Mijn uitgever Meulenhoff presenteert het boek in haar catalogus als volgt:
In december 2010 valt er een zware steen in de vijver van kinderopvangland: de Amsterdamse zedenzaak, het Hofnarretje. Ewoud Poerinks kind zat korte tijd op het Hofnarretje, maar zijn ouders wisselden van crèche, op tijd en nog voor het schandaal bekend werd. Ze voelden zich er niet op hun gemak en konden met hun kind terecht bij de crèche die altijd al hun voorkeur had en die ooit als beste te boek stond. Maar bij nader inzien blijkt ook daar van alles mis te zijn.
Poerink besluit de wereld van de kinderopvang verder te onderzoeken, weg van de zedenzaak. Hij spreekt met directeuren en managers, drinkt koffie met politici en geeft raad aan een commissie in de Tweede Kamer. Hij maakt kennis met de wereld van private equityfondsen waar alles om geld draait. Vóór alles wil Poerink de positie van de ouder versterken. Het enige houvast is de Wet Kinderopvang, en dat wordt dan ook zijn doel. Maar hoe verander je een wet?
In De Peuterindustrie beschrijft Poerink de weg die hij als jonge vader aflegt in zijn strijd tegen een – in zijn ogen – falend kinderopvangsysteem.