Het Peuterparadijs

Sinds half november (zie vorige post) groeit het idee om op zoek te gaan naar de mooiste voorbeelden van kinderopvang. Ons nationale kinderopvangsysteem staat toe dat er allerlei trucjes en foefjes worden uitgehaald waar kind en ouder uiteindelijk de dupe van zijn, maar dat wil nog niet zeggen dat iedere aanbieder dat vervolgens ook doet. Er zijn meer dan genoeg aanbieders met voldoende moreel besef die met oprechte overtuiging proberen de best denkbare opvang te organiseren. De afgelopen tijd heb ik er in ieder geval veel ontmoet.

Via social media zet ik een vraag uit: wie-o-wie kan me wijzen op goede praktijkvoorbeelden in de Kinderopvang. Voor wie wil weten wat ik juist niet zoek: lees De Peuterindustrie… Ondertussen werk ik mijn opzet uit en ga op zoek naar een manier om deze klus te financieren. Want waar de Peuterindustrie geheel voor eigen rekening is geweest, kan ik dat niet nog een keer. Hmm, maar hoe begin je dan eigenlijk: ‘Hallo, mag ik geld’?

Voor wie dit leest en een goed praktisch voorbeeld van uitstekende kinderopvang voor me heeft: typ hieronder je reactie en ik kijk er met interesse naar. Heb je een uitgesproken inhoudelijke opvatting over wat goede kwaliteit kinderopvang is: ook dat is van harte welkom. En dit geldt natuurlijk ook voor iedereen die een zak onderzoekstijd/-geld voor me heeft…

 

 

 

 

 

 

6 thoughts on “Het Peuterparadijs

  1. Hoi Ewoud, het peuterparadijs vind je in ‘s-Hertogenbosch, zie bovenstaande link. KDV het zonnelicht is wat mij betreft een prima voorbeeld van hoe het WEL moet. Ondanks dat er veel kinderen zijn is het er een oase van rust. De leidsters gaan met hun kinderen gedurende dag naar verschillende ruimtes die ingericht zijn om specifieke onderdelen van de ontwikkeling stimuleren. Zo is er bijvoorbeeld een atelier en een theater. Ze doen veel aan dans, muziek, beweging en beeldende vorming om zelfexpressie te stimuleren. Maar het belangrijkste: kinderen worden er echt gezien en gekoesterd……
    Ga maar eens kijken, je voelt het zodra je binnenkomt!

  2. Ik heb een goed praktisch voorbeeld van kinderopvang, hoewel dit waarschijnlijk niet algemeen, of direct, toepasbaar is in het huidige Nederlandse politieke en economische landschap. Ongeveer dertig jaar geleden, 1981-1982, heeft Irene Zola, en andere ouderen, uit nood voor een kinderopvang voor hun kinderen, zelf een crèche opgericht als een “parent cooperative”. Ze waren klein begonnen, met de ouderen vaak als vrijwilligers. De Family Annex bestaat nog steeds hier te New York in een zelfstandig gebouw. Er is geen sprake van private equityfondsen. De New York City gezondheidszorg verleent de vergunning. De ouders voelen zich betrokken, spelen een belangrijke rol, en zorgen dat de belangen van de kinderen voorop staan. Ik vind het wel een goed voorbeeld om over na te denken.

    Hier zijn twee links. Ik hoop dat ze bruikbaar overkomen.

    Irene Zola –> http://lifeforce-in-later-years.org/LiLY-webpages/LiLY-Board.shtml#Irene-Zola

    Family Annex –> http://www.familyannex.org/

  3. Beste Ewout,

    Een erg goed en verhelderend boek! Fijn leesbaar ook. Goed dat dit aangekaart wordt. Er is wel degelijk iets verandert sinds 2010; oudercommissies worden bij elke inspectie door de GGD gevraagd naar de bevindingen, ze krijgen de rapporten rechtstreeks, er is een openbare lijst waarin staat of de gemeentes goed handhaven en vooral omdat de onderwijsinspectie de gemeentes zeer goed controleert zijn veel gemeentes meer gaan handhaven. Dit leidt zichtbaar tot betere kinderopvang: houders moeten meteen actie ondernemen i.p.v. dat het een jaar later pas weer bekeken wordt (dan is er vaak niets mee gedaan). Nu de vraag naar kinderopvang afneemt, is er meer concurrentie (helaas leidt dat nu niet meteen tot betere kinderopvang, maar eerder tot constructies ten nadele van kinderen omdat er bezuinigd wordt).
    De inspectierapporten staan in het landelijk register en bij elke houder op de website, ze zijn toegankelijker voor ouders. Al met al positieve ontwikkelingen, waar je zeker toe bijgedragen hebt. In 2013 gaat het door: database van verklaringen omtrent het gedrag voor beroepskrachten in de kinderopvang en invoering van het vier-ogen-principe.

    Veel succes verder met je missie, het gaat de goede kant op, maar helaas nog niet overal, dus waakzaamheid en oplettendheid blijft noodzakelijk.

  4. Beste Ewoud,
    Mjin naam is Karin Henschien.
    Ik ben geboren en getogen in Nederland en Noorwegen is zowel mijn vader- als moederland.
    Ik ben moeder van 6 kinderen tussen de 18 en 31 jaar.
    Sinds 35 jaar werk ik met kinderen en ouders in de leeftijden van 0 t/m 18.
    Sinds 2002 ben ik als kleine zelfstandige eigenaar van Kindergeheim.
    Het belangrijkste deel van Kindergeheim bestaat uit het bieden van kinderopvang.

    Een half uur geleden heb ik je boek “De peuterindustrie ” uitgelezen.
    Mijn grote dank voor je enorme inzet, je werk en volhardendheid.
    Ik herken bijna alles wat je beschrijft, zowel in de kinderopvang, het onderwijs als in het politieke systeem.
    Ik heb mij op allerlei manieren ingezet voor de opvang en school van onze kinderen.
    Natuurlijk zijn er in de lange loop der jaren zeer regelmatig door deze inzet dingen veranderd. Maar afgezet tegen de tijd, de moeite, de energie die het heeft gekost is het minimaal te noemen.
    De rol van de ouder is in mijn ervaring precies zoals jij het omschrijft een tandenloze rol.
    De ergste vaststelling van mijn ervaring en van jouw boek is dat het in het geheel niet over het kind en zijn ouders gaat in de kinderopvang wereld.
    Dat is toch de wereld op zijn kop !
    Zoals ik schrijf ben ik een noorse.
    5 van mijn broers en zussen wonen in Noorwegen.
    Ik heb door al mijn neven en nichten goed inzicht op hoe de kinderopvang daar geregeld is en af en toe heb ik contact met noorse collega’s.
    Allereerst is het ouderschaps verlof daar bijna een jaar met de mogelijkheid om onbetaald verlof te nemen voor nog een jaar.
    Dat is al een totaal ander uitgangspunt en zoals ik ernaar kijk echt in het belang van ouder en kind. Daar valt heel veel over te zeggen maar dat gaat nu te ver.
    De werktijden zijn ook veel kindvriendelijker en de kinderen worden meestal al om 15.30/16.00 opgehaald.
    De noorse kinderopvang heeft veel weg van de manier waarop het in Zweden geregeld is.
    Een voorbeeld van de beleving van een noorse ouder:
    Op een maandag in september 2012, belde een vader mij op. Hij en zijn gezin waren net uit Noorwegen naar Nederland verhuisd.
    Hun jongste dochter van nu 18 maanden was in Noorwegen vanaf 12 maanden naar de creche gegaan, naar volle tevredenheid.
    Die maandag dat hij mij belde was hun dochter van ca. 18 maanden voor het eerst een week naar de Nederlandse creche geweest en voor zowel vader als moeder was het een schokkende ervaring.
    In paniek belde hij mij om een afspraak te maken om te zien hoe het bij ons geregeld was.
    Uit de gesprekken die volgde kwam een beeld naar voren van baby’s die noodgedwongen lang lagen te huilen, peuters die doelloos rond liepen en een chronisch tekort aan leiders en veel wisselende gezichten.
    Een totaal andere beleving dan hun ervaring met de creche in Noorwegen.
    In 2010 ben ik na 8 jaar als zelfstandige in de kinderopvang overgegaan op ouder en kind coaching .
    Na 2 jaar werd mij duidelijk dat mijn hart in de kinderopvang ligt en ben ik in september 2012 weer gestart met kinderopvang.
    Alle kinderen die op dit moment opgevangen worden in Kindergeheim, in totaal 7 kinderen, komen andere verschillende opvanglokaties.
    De ouders van deze kinderen waren allen actief in de oudercommissie ed.
    Zij hebben op allerlei manieren geprobeerd aan de bel te trekken maar heel zonder resultaat is hun verhaal. Sterker nog het werd alleen maar slechter.
    De verhalen zijn schrijnend. Het ergste vond ik de jongste een baby van bijna 6 maanden. Zij was totaal overprikkeld. sliep slecht,had veel onrust in haar lijf en huilde heel veel.
    Allen zijn zij uit grote onvrede bij mij terecht gekomen.
    Nu maar hopen dat ze de plek hebben gevonden die zij zochten ; ).
    Tot nu toe halen zij opgelucht adem en zijn zeer tevreden.
    Mjin doel is om zowel de kinderen als de ouders een veilige ,goede, inspirerend,
    professionele opvangplek te bieden.

    Na alle negatieve geluiden van “mijn ouders” en vele ouders rond mij, tesamen met mijn eigen minder goed ervaringen als leider en als moeder met de kinderopvang ben ik sinds kort bezig met het beschrijven van mijn ervaringen en inzichten tav. hoe kinderopvang ter plekke beter geregeld zou kunnen worden.
    Ik beschrijf aan de hand van mijn eigen dag indeling hoe een dag eruit ziet binnen Kindergeheim. Naast dat het een duidelijk beeld geeft van de indeling ed. van een dag, die in grote lijnen dagelijks hetzelfde is, geef ik ook inzicht in het waarom en hoe en wanneer ed. ik de dingen doe.
    Aan deze kapstok kan ik van alles “hangen”.
    Bijvoorbeeld: ‘s Ochtends beginnen wij bij binnenkomst met de voorbereidingen van het warme eten tussen de middag. De kinderen helpen mee met de aardappels schillen, in de pan met water doen, (goed voor de motoriek, beleving, samenzijn, bereidingsproces van het eten en meer).
    Voor de meeste ouders ook fijn want wanneer zij de kinderen ophalen is iedereen vaak al moe en dan moet er nog gekookt en gegeten worden.
    Een hele uitdaging.
    Door alles heel inzichtelijk op papier te zetten krijg ik allereerst een goed inzicht mijn eigen handelen en het waarom van de dingen die ik op een dag doe. Ten tweede geeft het de ouders een helder blik op het verloop en de keuze van de dingen.Ten derde: veel van mijn inzichten en ervaringen worden gebundeld voor ouders ?, gastouders ?, kinderleiders ? kinderdagopvang ?.
    Ten vierde en dat is mijn grote hoop kan ik iets betekenen tengunste van de kinderen en hun ouders in de kinderopvang.
    Zoals ik je boek lees lees ik is jouw doel is het versterken van de positie van de ouders met als uitgangspositie de ouder.
    Ik onderschrijf jouw doel helemaal.
    Mijn uitgangspunt is echter het kind.
    Wat heeft het kind nodig om tot groei en bloei te komen en wat kan ik daar aan bijdragen ?
    Kinderen en hun ouders zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en de ouders hebben de verantwoording voor hun kind gedurende de hele opvoeding.Ik maak “slechts” een klien deel uit van het totale plaatje.
    Maar toch ook een heel wezenlijk deel.

    Alhoewel het mij niet altijd even makkelijk valt respecteer ik de ouder als degene die het beste weet wat goed is voor zijn/haar kind .
    Helaas zie ik toch ook dat ouders niet altijd even goed in contact staan met hun kind. Door hen deelgenoot te maken van wat ik aan hun kind waarneem en wat ik pedagogisch inzet kijken we samen naar hun kind te kijken en herstelt het contact zich soms aanzienlijk.
    Zoals gezegd mijn uitgangspunt is het kind.
    Vandaaruit hoop ik ook de positie van de ouder te verstevigen zodat hij/zij beter in staat is de signalen van hun kind te duiden wanneer er dingen niet goed gaan en zich zeker genoeg voelen en vertrouwen op hun eigen inzichten om het aan te kaarten .
    Daarnaast ben ik natuurlijk voor een goede, stevige oudercommissie die inzicht heeft in het reilen en zeilen, direkte inzage hebben in de GGD rapportage ed.
    De visie van waaruit opgevangen wordt is mijn inziens echter de verantwording van de opvanglokatie.
    Zo is het bijvoorbeeld mijn visie dat de lokatie een visie heeft over de opvang uren.
    Is dat uurtje factuurtje ?
    Of zijn dat vaste afname van uren per dag ?
    Zelf kies ik om verschillende redenen met overtuiging voor een vaste afname per dag en misschien ook wel geen onbeperkte keus uit alle dagen.
    Dat zou dan in het belang van het kind kunnen zijn. (minder wisselingen in zowel de leiders als de groep kinderen )
    Vakanties dicht ? Dan ook geen uren registratie.

    Hopelijk heb ik je een beetje een beeld kunnen geven van hoe ik op dit moment in de kinderopvang sta en hoe ik denk een bijdrage te kunnen leveren in een kwalitatief betere kinderopvang in Nederland.
    Want zowel in binnen- en buitenland staan we niet erg hoog aangeschreven op dit moment alhoewel er in het belang van het kind veel aanbevelingen en nieuwe inzichten zijn hoe we het beter kunnen regelen.

    Naast mijn bijdrage om de dingen op papier te zetten en van daaruit stap voor stap verder, zou ik ook wat onderzoek kunnen doen in Noorwegen om te kijken hoe de dingen daar geregeld zijn wat betreft de ouders, de transparantie, de geldstromen ed.
    Mjin nicht Siren Henschien is een voortvarend journalist, heeft een eigen programma op tv2 en is net als ik moeder van 6 kinderen.
    Misschien heeft zij wel zin om bij te dragen met een stukje research.

    Laat mij weten wannEer ik iets kan betekenen in je zoektocht naar
    HET PEUTERPARADIJS.

    Nogmaals dank voor je inzet en je geweldige werk.
    Het is hard nodig !

    Vriendelijke groet Karin Henschien.

  5. Hoi,
    Ik heb in 2 kinderdagverblijven gewerkt en bij 1 een dagje meegelopen. Waar ik meegelopen heb, was een bso van de kinderopvang in Wageningen, een grote organisatie met een monopolie op de kinderdagverblijven en bso’s in Wageningen. Tijdens de paar uur dat ik meeliep werd er een lijstje over mij bijgehouden met wat ik niet en wel goed deed. Volgens mij mocht je je ook niet echt met de kinderen bezig houden en er steeds op letten wat voor stoornissen bepaalde kinderen hadden. Ik vind een goede opvang voor mijn kind juist als niet op de bijzaken gelet wordt, maar op het kind. Persoonlijke aandacht voor het kind. Ik ben blij dat ik daar uiteindelijk niet aangenomen werd, want de sfeer sprak mij ook niet echt aan. Volgens hen ging het contact met de kinderen niet goed en met de ouders ook niet. Als ik kinderen zou hebben zou ik ze daar niet graag achterlaten.
    Tegelijkertijd was ik al wel aangenomen bij Het Kinderhuisje in Bennekom, een hele prettige organisatie om te werken. Leidsters waren meteen positief over mij en toen ik vertelde over het meelopen in Wageningen reageerden zij ook verbaasd dat het zo ging. Bij Het Kinderhuisje (een kleine kdv met 2 kdv groepen, 1 bso en peuterochtenden) heb ik met veel plezier gewerkt tot ik verhuisde. Er was ruimte voor de kinderen en persoonlijke aandacht voor hen. Kinderen kunnen daar echt kind zijn en ik zou mijn kind daar met een gerust hart achterlaten. Over het Kinderhuisje zul je mij geen slecht woord horen zeggen, want dat is een fijn bedrijfje om bij te werken en ook voor kinderen een fijne plek om hun dag door te brengen. Ze krijgen de ruimte om zelf te spelen en indien nodig worden zij begeleid in het spelen met elkaar. Maar ook persoonlijke aandacht voor de kinderen is er volop. Collega’s gaan op een fijne manier met elkaar om en ik voelde me altijd op mijn plek in de tijd dat ik inviel. Op elke locatie en met alle collega’s.
    Ook heb ik bij Jottum in Ede gewerkt, waar ik negatieve ervaringen aan overgehouden heb. Ook een vrij kleine kinderopvang, maar de sfeer tussen werknemers is niet altijd even prettig. Met sommigen klikt het wel, anderen hebben de pik op je en willen je zsm weg hebben. Iedereen moet een klik hebben met de baas, anders lig je er al snel uit. Ik zou mijn kind daar nooit achter willen laten. En nav de uitzending over de slag om NL vraag ik me af of het daar ook niet om het geld gaat, aangezien de baas in een Audi rijdt en verschillende ondernemingen gehad schijnt te hebben.

  6. Beste Ewoud,

    Afgelopen weekend stuitte ik op jouw boek en vandaag zocht ik jouw site op. Wilde je bedanken voor alle tijd en energie die je al hebt besteed aan wat ook mij aan het hart gaat: een goede basis voor kinderen, ook buitenshuis.

    Nu vind ik jouw oproep. Kan geen toeval zijn, wilde je iets vertellen over mijn ervaringen ver weg van de randstad. In een notedop: Klein is volgens mij het nieuwe groot(s). Waar het bij kinderdagverblijven al snel gaat over protocollen, risico-inventarisaties, GGD controles, bezettingsgraad, personeelsverloop en wankele oudercommissies (die ik persoonlijk heb ervaren als te beleefd naar de houder, te weinig kritisch en (pro-)actief, en zeker ook te weinig slagvaardig gezien hun juridische positie), ben ik vorig jaar uitgekomen bij een gastouderbureau dat heel veel werk maakt van haar bemiddeling: http://www.drakepit.nl.

    - Verademing: dit gastouderbureau heeft een levendige visie op kinderen groot brengen en draagt die ook echt uit (neus maar eens rond op hun site);
    - Er wordt veel aandacht besteed aan uitwisseling en het delen van kennis en expertise (gastouders voeren samen intervisie én scholen zich regelmatig bij, vraagouders én andere belangstellenden zijn welkom op een themadag. Ik viel na aanmelding meteen met mijn neus in de boter: een stevige verkenning van het thema ‘hechting’).
    - De twee eigenaren die dit gastouderbureau hebben opgezet kijken kritisch naar de omvang van hun bureau. Ze groeien, maar heel bewust niet te hard. Omdat ze het persoonlijke contact waardevol vinden en ervan overtuigd zijn dat steeds meer mensen daaraan behoefte hebben. (Als je hen belt met een vraag, weten ze direct bij welke gastouder jouw kind komt en… hoe jouw kind heet. Dat voelt prettig! Vragen worden snel en adequaat afgehandeld.) Klein kan dus een bewuste keuze zijn op het moment dat je baas in eigen toko bent en wilt blijven.

    In deze snelle opsomming lees je wat ik grosso modo mis in de discussie over het fenomeen kinderopvang in Nederland. Het wordt vooral gezien als een ‘tool’ om ouders in staat te stellen om te gaan werken. Maar reken eens uit hoeveel tijd kinderen doorbrengen buitenshuis? Alleen het woord ‘kinderdagverblijf’ klinkt al armoedig en de discussie over het fenomeen verloopt al net zo smal. Aanvullend plak ik hieronder mijn ingezonden brief naar Trouw van 18 feb j.l. (niet geplaatst), n.a.v. openingsbericht over terugloop in kinderopvang op 16 feb j.l..

    Blij met wat ik de afgelopen maanden heb ervaren,
    een groet vanuit Zeeland,
    Manon

    “Voorpaginanieuws was het: ‘Kinderopvang massaal opgezegd’. De cijfers
    zijn indrukwekkend. Niet alleen die van verdwijnende banen in deze
    sector, van sluitingen en faillissementen, maar ook van de enorme groei
    van opgevangen kinderen in 2009: van 490.000 naar 800.000.

    Als er zoveel kinderen deels grootgebracht worden buiten de deur (andere
    opvangvormen nog niet eens meegerekend), kunnen we toch spreken van een
    generatie. Hoe kortzichtig verloopt de discussie dan op dit moment: er
    wordt alleen gekeken naar kosten die omlaag moeten. Maar wat is de
    intrinsieke waarde van dit instrument? Het woord ‘kinderdagverblijf’
    dekt de lading niet: alsof kinderen zich niet ieder moment van de dag
    ontwikkelen. Feit is dat dit gedeeltelijk, maar consequent gebeurt buiten de nabijheid van hun ouders of opvoeders. Toch rept niemand over de kwaliteit van kinderopvang voorbij de protocollen. Behalve minister Asscher die bekend zou hebben gemaakt “kinderopvanginstellingen te willen bestempelen tot ‘zwak’ of
    ‘excellent’, net zoals de basisscholen. Taalvaardigheid van de leidsters
    en veiligheid van de kinderen moeten beter”, meldt Trouw.

    Ik hoop van harte dat Asscher zijn visie op dit punt breder gaat
    ontvouwen. De eerste drie levensjaren zijn immers cruciaal: dan leert
    een kind om zich te hechten en zijn basisvertrouwen te ontwikkelen. Of
    niet. Er komt in elk geval veel meer bij kijken dan taalvaardigheid of
    veiligheid. Wordt een kind echt gezien? Wordt het uitgenodigd om stappen
    te zetten in zijn emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling?
    Bestaat er professionele, adequate terugkoppeling naar ouders? Stellen
    ouders zich betrokken op bij de opvang van hun kind? Dat zijn de werkelijke
    aspecten die nu geborgd zouden moeten worden, juist in tijden van een
    pas op de plaats.

    Opmerkelijk: gastouderbureaus zijn bij wet verplicht
    om vraagouders ieder jaar opieuw in een mondeling afgenomen evaluatie te
    vragen naar de kwaliteit van de gastouder én het gastouderbureau. Hun
    oordelen worden vervolgens gedocumenteerd en aan hen voorgelegd ter goedkeuring alvorens teruggekoppeld te worden naar de GGD.

    Het gaat me niet om een nog grotere papierwinkel, maar wel om een zorgvuldige, integrale visie op hoe wij onze kinderen in dit land willen grootbrengen: gedacht vanuit het kind, hun werkende ouders/opvoeders én degenen die dat mede mogelijk maken. ‘It takes a village to raise a child’ zou daarbij het motto
    kunnen zijn. Deze generatie wacht immers straks de taak om een
    vergrijzend Nederland op de been te houden.”